Persbericht uit: Metronieuws 14 januari 2011

Door: AnneFleur Pel

Voor het volledige persbericht, ga naar deze link

 

Vleermuis bunker

Een groep vrijwilligers telt al 25 jaar iedere winter de vleermuizen in de ondergrondse bunkers in de Amsterdamse Waterleidingduinen. De bunkers zijn voor anderen verboden terrein, alleen de tellers mogen het mystieke habitat van de vliegende zoogdieren betreden. Rogier Lange: Het is het hoogtepunt van mijn winter. Rogier Lange telt al 25 jaar lang vleermuizen in onder meer de Amsterdamse Waterleidingduinen. Skreek, skreek! Vanuit een kier in een ondergrondse bunker in de Amsterdamse Waterleidingduinen maant een ontwakende vleermuis zijn bezoekers zich uit te voeten te maken. Een groep vrijwillige vleermuistellers met zaklampen onderzocht gisteren secuur de vleermuizenpopulatie in zeventig Duitse bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. Rondom het jachtige dier hangt mysterie en dat wil het duidelijk zo houden, vooral tijdens zijn winterslaap. “Kijk, chocoladebruine oren en grote voeten, dat is een watervleermuis”, zegt Rogier Lange, die met een spiegeltje alle hoeken en gaten van bunker 119 uitpluist. Precies 25 jaar geleden zette hij als eerste voet in de bunkers van de Duitse verdedigingslinie Atlantikwall. Uit interesse voor zoogdieren, en na een spannende vleermuizenzoektocht met vrienden in de Limburgse kalkgroeven. “De spanning van vier dagen onder de grond zitten en het tellen, het avontuur, ik was meteen verkocht. Het is gezellig en prachtig om de ontwikkeling van de vleermuizen te zien. Dit is voor mij een van de hoogtepunten van de winter!” De ontwikkeling van vleermuizen lijkt zich te stabiliseren. De ene soort is in opkomst, de ander verdwijnt. Na een constante stijging na de eerste telling in 1987, waarbij 76 vleermuizen in de tocht- en vorstvrije vochtige onderkomens werden gevonden, schommelt het aantal de laatste jaren rond de 260. Lange. “Sinds de start toch een groei van 5 procent per jaar, daar zou menig bank blij mee zijn.” Op de buik en met de benen eerst, laat Lange zich langzaam door de smalle, bewust afgesloten, ingang van bunker 119 zakken. “Drie-twee-twee”, roept de Amersfoortse apotheker even later naar zijn collega’s buiten. Vakjargon voor drie watervleermuizen, twee grootoorvleermuizen en twee franjestaarten. “Een had zijn oren opengeklapt en twee dicht”, geeft hij door. Opmerkelijk, want grootoorvleermuizen klappen hun  oren alleen uit in de zomer wanneer ze jagen op eten. “Ze kunnen een insect al op grote afstand op een blad horen trippelen”, zegt hij met ontzag.  De definitieve telling voor deze bunker komt uit op veertien. Vorig jaar waren het er achttien. Lange: “Maar toen slechts een franjestaart, dus toch vooruitgang!” De franjestaart is samen met de groot-oor de laatste jaren in opkomst. De watervleermuis is in deze duinen in de meerderheid. Van de 263 getelde vleermuizen, waren er zo’n tweehonderd van deze soort. Nog 69 bunkers te gaan. De Waterleidingduinen bij Zandvoort telt 130 bunkers, waar na een inventarisatie in 1987 er zeventig geschikt bleken als overwinterplaats voor vleermuizen. Na wat aanpassingen zoals het plaatsen van gaas en blokken gasbeton voor de extra grip als ze ondersteboven indutten, en het dichtmaken van deuren en ramen, hebben de zoogdieren hier hun thuis van gemaakt. Het is verboden terrein voor bezoekers. De twintig meter hoge ‘bunkerberg’ geeft uitzicht over het uitgestrekte duingebied. Hier bevinden zich zes bunkers. In nummer 90, verstopt onder een grote struik, treffen we vier vleermuizen aan, tegen vijf vorig jaar. Op zijn knieën onderzoekt Lange een pijp in de muur met zijn spiegeltje en zaklamp. “Het is moeilijk deze systematisch te onderzoeken”, zegt hij serieus. “Je hebt voor deze kijkoperatie eigenlijk een endoscoop nodig. Vroeger had je alleen een kale muur om op te zoeken, dus snel klaar.”

De bunkers van de Amsterdamse Waterleidingduinen zijn verboden terrein voor het gewone publiek, maar gaan ’s winters een keer open voor de vrijwillige vleermuistellers. De aantallen zijn de laatste jaren stabiel, wel zijn er wisselingen in de soorten die gevonden worden. Zo is de baardvleermuis verdwenen en is de franjestaart in opkomst. “De tellingen gelden voor het Centraal Bureau voor de Statistiek”, zegt vrijwilliger van het eerste uur Rogier Lange. “We doen de telling in de zeventig bunkers in één dag, anders is het niet betrouwbaar. De vleermuizen kunnen ’s nachts naar een andere bunker overvliegen.” In iedere onderkomen bevinden zich gemiddeld tussen de vijf en tien vleermuizen. Ook in de zomer worden vleermuizen geteld. Dat gebeurt met een zogeheten ‘baddetector’ die een soort herkent aan het geluid dat het produceert. Boswachter Martin Jonker zorgt voor de reparaties aan de verblijven die de vrijwillige tellers aan hem doorgeven. “Deze reparaties voeren wij uit in de zomer wanneer de vleermuizen zijn uitgevlogen”, vertelt hij. “Of ik iets heb met vleermuizen? Nou, een winterslaap lijkt mij ook wel wat.”

 

 

Persbericht uit het Haarlems dagblad.

Gepubliceerd op 13 januari 2011. Voor een volledig persbericht, ga naar deze link.

 

Eén voor één kruipen we achterwaarts door de smalle opening de donkere bunker in. Zelfs met de zaklampen aan is er weinig te zien: op het eerste gezicht alleen een paar kleine blokken gasbeton en wat kippengaas aan de muren. Bij een tweede oogopslag vallen een paar kleine, donkere stipjes op. De bunker blijkt de slaapplek te zijn voor maar liefst een vijftiental vleermuizen. We zijn onderweg met een groep vleermuistellers. De zoogdieren slapen van oktober tot april. Ieder jaar trekt een groep vrijwilligers van de Vleermuiswerkgroep in deze periode de duinen in om ze te tellen.
‘Gewone’ vleermuizen overwinteren niet in bunkers. Maar er blijken bijna twintig soorten vleermuizen voor te komen in Nederland. Het grootste deel hiervan bestaat uit dwergvleermuizen. Zij slapen onder daken. Zeldzamere soorten zoeken een bunker op. In de Waterleidingduinen zijn dat vooral water-, grootoor- en franjestaartvleermuizen. ,,Zij zoeken een rustige, onderaardse plek met een hoge luchtvochtigheid, waar het bovendien niet vriest," legt vrijwilliger Floor Van der Vliet hun voorliefde voor bunkers uit.

 

Floor van der Vliet. Film te zien via link.

 

 

 

 

Persbericht van: Radio en TV NoordHolland

Gepubliceerd op 14 jan 2011. Voor een volledig persbericht, ga naar deze link.

Het aantal vleermuizen in de Amsterdamse Waterleidingduinen is de afgelopen 25 jaar toegenomen. Elk jaar worden de beestjes geteld die in de vele bunkers in het gebied zitten. Een kwart eeuw geleden waren dat er 76, deze week 265. Dat maakte Waternet, de beheerder van de duinen, vrijdag bekend. De toename komt onder meer doordat Waternet een aantal bunkers geschikter heeft gemaakt voor de vleermuizen. Zo zijn ze afgesloten met hekken en sloten, zodat mensen de dieren niet kunnen storen. De watervleermuis, de grootoorvleermuis en de franjestaart; allemaal zijn het vaste wintergasten van de bunkers in de Amsterdamse waterleidingduinen. Eén keer per jaar gaan de bunkers open en worden de dieren geteld.

Voor het vleermuis item, kijk tussen 12:33 en 14:12