We onderscheiden twee soorten kasten A) ophangkasten en B) inbouwkasten

A- Ophangkasten

Een ophangkast kun je ophangen aan een boom of tegen een huis. Het ophangen van vleermuiskasten is altijd een hoop dat er vleermuizen in komen. Het werkt vaak beter er meerderen op te hangen dan enkele om succes te hebben: Vleermuizen moeten herkennen dat ze er in kunnen verblijven; eenmaal er aan gewend gaat het vaak sneller.

Houtbetonkasten zijn zeker degelijker dan houten kasten, zeker met het oog op grote bonte spechten. Het voordeel van platte kasten is dat je ze van onderaf zonder ze open te maken kan controleren. Het nadeel van bolvormige kasten is dat ze vaak erg in trek zijn bij wespen en horenaars, regelmatig controleren is daarom een must (zie ook onderaan dit artikel)

Sommige vleermuissoorten houden meer van platte kasten, andere meer van bolle kasten (nissen versus holtes). Voor franjestaart, rosse vleermuis en grootoorvleermuis zijn bolle kasten meer geschikt, de ruige en gewone dwergvleermuis zitten liever in een platte kast, maar soms ook wel in een bolle.

Het ophangen gaat het beste met een RVS houtdraadbout met een carrosseriering er voor met een accuboormachine er in schroeven. Die kun je dan wat losser draaien met een ratel of ringsleutel als de boom verder gegroeid is. Ze in de boom spijkeren met een aluminium spijker is een andere optie.

vleermuiskastAvleermuiskastBvleermuiskastC

Meer weten? kijk dan ook even iets verderop op deze webpagina voor onder andere een bouwtekening en ophanginstructie.

B- Inbouwkasten

Een inbouwkast wordt in een muur van een gebouw ingebouwd. Deze optie is dus vooral interresant bij nieuwbouw of bij gebouwen waar het niet erg is om een gat in een muur te maken. Vaak worden inbouwkasten geschakeld, dit om meer variatie in binnenklimaat te creeeren. Vleermuizen kunnen immers bij een woonhuis vaak vrij bewegen tussen dak en muur, terwijl ze bij een inbouwkast alleen bewegingsruimte hebben in de kast(en) zelf. Om te voorkomen dat vleermuizen het niet te heet krijgen tijdens een dag volle zon-expositie, is variatie in binnenklimaat nodig. Helaas zijn inbouwkasten momenteel voor vleermuizen nog geen volwaardige vervanging voor oorspronkelijke verblijfplaats, zoals bijvoorbeeld een huis of een boom. Zondermeer gebruik van inbouwkasten kan de gunstige staat van instandhouding van vleermuizen schaden. We raden aan om kasten met de nodige zorg worden toe te passen. Meer over dit onderwerp kunt u hier lezen.

VleermuiskastD VleermuiskastEVleermuiskastF

 

Voorzieningen aan andere objecten

Hier een aantal aanpassingen noemen die aan kerken mogelijk zijn, zoals vervangen van kippegaas tegen duiven voor panelen. Aanbrengen van hangplekken op de zolder. Zie onderstaande voorbeelden. In de duitse brochure ' wir bauen ein haus' (zie onder) staan nog een aantal voorbeelden hoe een kerk in te richten.

1 kl voorziening driepas en lamel 22 kl voorziening driepas in luik 23 kl voorziening driepassen in galmgat 25 kl voorziening overkapping 2

Vleermuiskasten rondom huis

Veel vleermuissoorten bewonen van nature holle bomen. Bij gebrek aan deze natuurlijke boomholten kunnen vleermuiskasten dienen als kunstmatige verblijfplaats. Vleermuiskasten zijn echter géén nestkasten; ze worden door sommige vleermuissoorten alleen gebruikt als slaapplaats of paarplaats van één of enkele dieren en maar zelden als kraamkamer. Bij het gebruik als paarplaats roepen b.v. mannelijke ruige dwergvleermuizen (Pipistrellus nathusii) langsvliegende vrouwtjes vanuit de kast.
Vleermuiskasten zijn vooral bedoeld voor de bosbewonende vleermuizen. Typische gebouwenbewonende vleermuizen, als de gewone dwergvleermuis, laatvlieger en meervleermuis, geven een zeer sterke voorkeur aan open spouwmuren en/of ruimten achter daklijsten en dakpannen. U kunt om het huis daarom wel kasten ophangen, maar dit is vaak helemaal niet nodig. Als alternatief kunt u een aantal kleine aanpassing aan het huis maken:

  • Vleermuizen kruipen het liefst weg in allerlei kieren of spleten, zoals een plank of plexiglas-plaat net onder de dankrand. Door de plank zodanig te monteren dat net 1,5 tot 2 centimeter ruimte is tussen de muur kunnen vleermuizen achter deze plank wegkruipen. Vooral dwergvleermuizen, en ruige dwergvleermuizen maken gebruik van dit soort constructies.
  • Sommige huizen hebben nog echte luiken voor de ramen. Achter deze luiken kan wel een vleermuis hangen! Indien deze luiken niet meer gebruik worden kunnen deze ook omgetoverd worden tot een vleermuisverblijfplaats. De luiken worden op 2,5 tot 1,5 centimeter afstand van de muur gemonteerd (met de lamellen dicht). Kieren aan de zij-en de onderkant worden gedicht door smalle latten tussen muur en luiken aan te brengen (zie figuur).
  • Sommige daken hebben naast normale dakpannen ook 'spreeuwen-pannen'. Dit soort pannen zijn in combinatie met een ruimte onder de pannen ook heel geschikt voor vleermuizen. De 'vleermuis-pan' wordt door middel van een smalle kruipplank verbonden met een vleermuiskast aan de binnenzijde van het dak. Dit soort constructies zijn alleen mogelijk bij nieuwbouwhuizen of bijvoorbeeld tijdens renovaties van het dak. Of in kerken, waar de ruimte boven het gewelf op deze manier voor vleermuizen toegankelijk gemaakt kan worden.
  • Huizen met een overstekende dakrand bieden ook een uitstekend alternatief voor een vleermuisverblijfplaats. Onder deze dakrand kan een plank gemonteerd worden met inkruipspleten voor vleermuizen.


Met enige inventiviteit zijn vast nog veel meer mogelijkheden te bedenken.

NB: Vleermuiskasten zijn geen volledig alternatief voor natuurlijke boomholten en open spouwmuren. Buiten de specialistische kraamkasten om worden 'gewone' vleermuiskasten zelden gebruikt door kraamkolonies (vrouwtjes met jongen). Door de slechte isolatie zijn ze, tijdens strenge winters, ook niet geschikt voor overwinterende vleermuizen. Boombewonende vleermuizen zoals rosse vleemuizen en bosvleermuizen blijven dus 100% afhankelijk van dikwandige boomholten.

Bouwtekening en beschrijving van vleermuiskast

In de bijlagen kunt u verschillende bouwtekeningen voor vleermuiskasten downloaden. Let hierbij op de volgende zaken:

  • Achterzijde: Ruwe plank van minimaal 1,5 cm dikte. Deze plank over de gehele oppervlakte van zaagsneden voorzien. Totale lengte ongeveer 60 cm.
  • Voorzijde: Lengte ongeveer 40 cm. Breedte van de plank ongeveer 20 - 25 cm., net wat er voorhanden is, maat is niet kritisch. Minimaal 1,5 cm. dik.
  • Zijkanten: Rachelhout (panlatten) van 2,5- tot 3,5 cm.
  • Vulplaatje: om de benodigde smalle invliegopening (max. 1,7 cm.!) te verkrijgen moet de opgegeven maat nauwkeurig gehanteerd worden. De dikte van het vulplaatje is afhankelijk van de dikte van het gebruikte rachelhout voor de zijkanten.
  • Diversen: Stevig messing scharnier, wat betere kwaliteit loont zich. Stukje dakleer of loodslab voor bovenzijde. Eén of twee grote schroefogen om de kast te sluiten.

 

Tips bij het ophangen van vleermuiskasten

De maat van de invliegspleet is vrij kritisch (max. 1,5 cm. breed, voor grotere soorten zoals rosse vleermuis iets breder tussen de 1,8-2,2 cm), omdat anders kleine zangvogels (winterkoning en boomkruiper) de kast als slaapplaats gaan gebruiken. Vleermuizen gaan de concurrentie met vogels zoveel mogelijk uit de weg. Direct naast de vleermuiskast een vogelnestkast voor mezen hangen zorgt ervoor, doordat de mees territoriaal is, andere vogels weggejaagd worden. Zo blijft de vleermuiskast het beste toegankelijk voor vleermuizen.

  • Bij vleermuiskasten tegen een huis, denk aan een mestplankje. Om te voorkomen dat vleermuismest bijvoorbeeld op een raam valt, kan op ca 1,5 meter onder de uitvliegopening een plankje van 30 cm breed worden bevestigd. Dit plankje zal de meeste keutels opvangen.
  • Goed afdichten van de binnenzijde van een spouwmuur (verbinding binnenhuis en muur). Voor de ventilatie van het huis is het belangrijk dat de verbinding buitenhuis en spouwmuur openblijft.
  • Bij stank is ventilatie erg belangrijk. Vaak zijn spouwmuren opgevuld met isolatie schuim, dit houdt vocht vast en dus ook stank. Het is belangrijk dat een spouwmuur kan luchten.
  • Hang de kast op aan een stevige boom, liefst op een plaats waar meerdere bomen aanwezig zijn. Een groter aantal kasten, in één gebied verhoogt de kans op succes aanmerkelijk. (10 stuks per hectare)

  • De hoogte waarop de kast komt te hangen moet minstens 3 meter bedragen, dit i.v.m. het vrij uit kunnen vliegen van de vleermuizen.

  • Draag er zorg voor dat de vleermuizen bij het uitvliegen zo min mogelijk obstakels tegenkomen, vaak wordt bij het uitvliegen géén gebruik gemaakt van het echolocatiesysteem.

  • Hang de kast(en) zo mogelijk met de voorzijde naar het zonlicht. Vleermuizen zijn echte warmte liefhebbers, de kast kan op deze wijze zoveel mogelijk zonnewarmte absorberen.

  • De kast dient tochtvrij en lichtdicht te zijn.

  • Hang de kast( en) zoveel mogelijk in de luwte.

  • Wanneer de kast eenmaal is opgehangen hoeft hij vrijwel nooit geopend te worden. Er kan gemakkelijk en zonder verstoring worden vastgesteld of de kast door vleermuizen bezocht wordt, er zijn dan keutels aanwezig op het mestplankje aan de onderzijde.

 

  • Vleermuiskasten dienen één keer per jaar te worden schoongemaakt, zodat de kasten niet blijvend verstopt raken met spinnenwebben en nesten van insecten. Het makkelijkste is dit te doen in de winterperiode. Controleer van te voren met een lampje of er geen vleermuis in de kast zit.

 

Toch af en toe samen, hier een glanskop en rosse vleermuis (fotograaf bertus van laan )

Oproep

Om ervaringen te delen, kun je project aanmelden bij https://vleermuiskasten.nl

 

Al vleermuizen in een kast?

Nieuwsgierig of er al vleermuizen in een kast zitten? Het is raadzaam om kasten eens per zoveel tijd te controleren. Kijk onderstaand filmpje voor tips en tricks van een ervaren deskundige.