Gemeente is mogelijk slachtoffer van vleermuisonderzoek waartoe zij zelf opdracht gaf... Een van de lanen op de plek waar het FOC moet komenHet is het gesprek van de dag in Roosendaal en Etten-Leur: Nu de zaak bijna rond is houden vleermuizen mogelijk de komst van een Factory Outlet Center (FOC) in de gemeente Roosendaal tegen. Daarbij krijgen de vleermuizen en de mensen die tegen het FOC in Roosendaal bezwaar maken vaak de zwarte piet toe gespeeld. Zo wordt er tenminste over gesproken. De feiten liggen net iets anders. Zoals bij dit soort projecten verplicht is hebben de projectontwikkelaar (de Amerikaanse firma McMahon Development Group, MDG) en de gemeente Roosendaal onderzoek laten doen naar de mogelijke gevolgen van de komst van het outletcenter op in het gebied aanwezige beschermde planten en dieren. De kwaliteit van dat onderzoek is echter zodanig dat de resultaten ervan geen basis kunnen vormen voor conclusies over de mogelijke schade aan beschermende planten en dieren en hun leefgebied. En dus is nieuw onderzoek nodig. Dat concludeert ecoloog Henk Baptist in zijn rapport "Vleermuizen op en rond De Stok" dat hij in opdracht van Stichting Keerpunt, Stichting Behoud Kleine Kernen en SP in Roosendaal uitvoerde. Henk Baptist bestudeerde de rapporten die eerder door twee ingenieurbureaus waren opgesteld. In het eerste onderzoek in 2003 is helemaal geen onderzoek naar vleermuizen gedaan. Het andere bureau heeft veldonderzoek uitgevoerd op 21 januari 2004 en op 20 april 2004. Daarbij werd van gewone dwergvleermuis en watervleermuis vastgesteld dat ze in het gebied komen jagen en van rosse vleermuis en ruige dwergvleermuis werd aangegeven dat ze vermoedelijk voorkomen. Deze resultaten kunnen echter geen betrouwbaar beeld geven van de functie die het gebied voor deze vleermuizen vervult. Onderzoek naar de aanwezigheid van jagende vleermuizen en verblijfplaatsen in januari en april is vrijwel zinloos. In januari zijn immers alle soorten vleermuizen nog volop in winterslaap en dan is het onmogelijk te onderzoeken of het gebied van belang is al voedselgebied of dat er zomerverblijfplaatsen in het gebied zijn. Of er het in gebied vleermuizen overwinteren (bijvoorbeeld in de aanwezige bomen met gaten) is echter ook niet onderzocht. De andere onderzoeksdatum (20 april) is aan het einde van de winterslaap van vleermuizen en ruim voor de periode (half mei - juni) waarin vleermuizen kraamkolonies vormen. Omdat veel vleermuizen dan nog in het gebied zijn waar ze overwinteren of onderweg zijn naar hun zomerverblijfplaatsen kan in deze periode slechts beperkt worden vastgesteld welke soorten er in het gebied jagen. Kraamkolonies zijn dan nog niet gevormd en dus kan men dat in die periode niet onderzoeken. Wat betreft de gekozen onderzoeksperioden is het uitgevoerde onderzoek vergelijkbaar met het stellen dat het in Nederland nooit sneeuwt naar aanleiding van onderzoek naar sneeuwval in de maanden juli en november. Onzin dus. De conclusie van Baptist was kort maar krachtig: de door de ingenieurbureaus uitgevoerde onderzoeken schieten ernstig te kort en de gegevens uit het onderzoek mogen niet worden gebruikt voor een beoordeling van de plannen t.o.v. de Flora- en Faunawet, de Habitatrichtlijn en de Conventie van Bern. Dat betekent dat op dit moment dus een aanvraag voor een ontheffing op bijvoorbeeld de Flora- en Faunawet niet toegekend mag worden. Vervolgens staafde Henk Baptist zijn vermoedens in het veld: van vier soorten vleermuizen werd met zekerheid vastgesteld dat ze in het gebied foerageren en op basis van geluidswaarnemingen en sporen werden aanwijzingen gevonden dat er wel degelijk in het gebied verblijfplaatsen aanwezig kunnen zijn. Dit stuk natuur zal door de komst van het FOC verdwijnenDoor de bevindingen van Henk Baptist loopt de strijd tussen Roosendaal en Etten-Leur over de vestiging van een FOC opeens heel anders dan de laatste weken werd verwacht. De door de gemeenten gekozen locaties voldoen allebei ongeveer even goed qua ligging in de stedelijke regio en ontsluiting van wegen. Etten-Leur scoort beter wat betreft locatie binnen de gemeente en zuinig ruimtegebruik. Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant had een duidelijke voorkeur voor Roosendaal, omdat die locatie nog mogelijkheden zou hebben tot uitbreiding en de ontwikkeling van andere recreatieve initiatieven in de directe omgeving. Nu blijkt echter de gekozen locatie echter ook een minpunt te hebben: er zijn in het gebied mogelijk vleermuizen aanwezig en de gevolgen voor deze dieren zijn onvoldoende onderzocht. Als de gevolgen voor de vleermuizen negatief zijn, dan is het onwaarschijnlijk dat het FOC in Roosendaal zal komen. Er is immers een alternatieve locatie in Etten-Leur in beeld en ook in Roosendaal zijn er alternatieve locaties. Op 20 juli werd door Gedeputeerde Staten nogmaals de voorkeur uitgesproken voor de vestiging van het outletcenter in Roosendaal. Ze maakt wel het voorbehoud dat op de beoogde plek geen beschermde vleermuizensoort voorkomt. De provincie heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gevraagd dit te onderzoeken. Men wil graag over twee weken een definitief besluit kunnen nemen. Overigens is de provincie niet tégen de vestiging van zo'n centrum in Etten-Leur, maar de plannen van Roosendaal hebben de voorkeur. Verder onderzoekt de provincie nog of het economisch mogelijk is om toch twee outletcentres te vestigen. In Roosendaal gaat het om een winkeldorp, in Etten-Leur om een gebouw van 5 etages (3 parkeerlagen, 2 etages voor winkelen). Het is appels met peren vergelijken, aldus gedeputeerde Rüpp. Die twee zouden eventueel naast elkaar kunnen bestaan, zo vindt de provincie. Ook dit onderzoek moet in twee weken zijn afgerond. Bij LNV geeft men aan dat de initiatiefnemer inderdaad 14 dagen de tijd heeft gekregen om aanvullende informatie te verstrekken. Het hangt dus van MDG af om te bepalen of zij aan 14 dagen genoeg hebben om LNV te overtuigen dat de hiaten in de vorige onderzoeken kunnen worden opgevuld. Mogelijke uitkomst is nog steeds dat zal blijken dat er een nieuw vleermuisonderzoek noodzakelijk is om de plannen voor het FOC in Roosendaal te toetsen aan de Flora- en Faunawet, de Habitatrichtlijn en de Conventie van Bern. In dat geval waren de eerder uitgevoerde onderzoeken dus weggegooid geld. De onderzoekers doen er dan verstandig aan dat nieuwe vleermuisonderzoek uit te voeren in die perioden dat onderzoek naar jagende vleermuizen, kraamkolonies, paarplaatsen en winterslaapplaatsen ook zinvol is. De uitkomst daarvan is dan niet eerder dan in juli 2005 te verwachten. Als het aanvullende onderzoek nu beperkt blijft tot de twee weken die Gedeputeerde Staten en LNV ervoor hebben gegeven loopt Roosendaal groot risico dat men weer van vooraf aan kan beginnen... Overigens komt steeds duidelijker naar voren dat de vleermuizen niet als enige onvoldoende zijn onderzocht om een beslissing rond een vergunning verlening voor het Outletcenter te mogen maken: ook beschermde planten, woelmuizen en spitsmuizen en amfibieën lijken onvoldoende onderzocht te zijn. Bron: Baptist, Henk. Vleermuizen op en rond de De Stok. - Ecologisch adviesbureau Henk Baptist, 2004. - 38 p. - Rapport 2004/12 Meer informatie over de bezwaren tegen het FOC in Roosendaal en het rapport van Henk Baptist: Henk Baptist: 0167-533272 Bert Klijs - juridisch adviseur: 0165-532461