Doe mee
Vleermuiskasten nog niet bewezen effectief voor bescherming
In de onlangs verschenen update van hun ‘vleermuis-synopsis’ concludeert Conservation Evidence dat voor een overgroot deel van de toegepaste maatregelen ter bescherming van vleermuizen en hun leefgebied onvoldoende bekend is of deze ook daadwerkelijk effectief zijn. Daarbij gaat het over een breed scala aan maatregelen, inclusief de meest bekende en toegepaste maatregel: vleermuiskasten.
Vleermuiskasten van links naar rechts: een inbouwkast, een grote kraamkoloniekast en een kleine vleermuiskast (foto's Erik Korsten, Zoogdiervereniging)
Conservation Evidence
Conservation Evidence is een langlopend project waarbij gepubliceerde studies van beschermingsmaatregelen worden verzameld en samengevat: welke maatregelen zijn wel -en welke niet- effectief voor het beschermen van dieren, planten en habitats? Het in Cambridge (Engeland) gevestigde Conservation Evidence maakt deze informatie vrij beschikbaar, zodat natuurbeschermers weloverwogen beslissingen kunnen nemen over welke maatregel(en) ze moeten kiezen. Het is de bedoeling dat dit hulpmiddel continu wordt aangevuld met nieuwe studies, om zo de database van bewezen-effectieve-maatregelen up-to-date te houden. Conservation Evidence gebruikt daarbij alleen kwantitatief onderzoek uit artikelen, rapporten en nog niet gepubliceerde vakliteratuur. Modellen en correlatieve studies worden niet opgenomen. Een samenvatting van de vleermuis-synopsis is vrij beschikbaar op de Conservation Evidence website.
Voor de update zijn 173 gepubliceerde artikelen geanalyseerd. Voor het eerst waren hier ook artikelen in het Spaans en het Portugees bij. Dit voegt aanzienlijk meer informatie toe over de effectiviteit van manieren om vleermuizen te beschermen. De vorige studie naar beschermende maatregelen voor vleermuizen benadrukte de slechte staat van kennis over dergelijke maatregelen: bij 48 van de 79 indertijd beoordeelde maatregelen bleek onderzoek of bewijs van de effectiviteit van de maatregelen te ontbreken. Dankzij nieuw onderzoek die in de afgelopen vijf jaar zijn gepubliceerd, zijn er beoordelingen voor 72 maatregelen in de nieuwe update opgenomen. Voorbeelden daarvan zijn het aanbieden van vleermuiskasten, hop-overs om vleermuizen veilig te laten oversteken, vleermuisvriendelijke verlichting en maatregelen om te voorkomen dat vleermuizen slachtoffer worden van windturbines. Daarnaast hebben vleermuisdeskundigen de lijst met mogelijke acties uitgebreid tot 190.
De uitgebreide bewijzen in de update maken een meer subtiele interpretatie van het bewijsmateriaal mogelijk. De maatregel “vleermuiskasten plaatsen” is bijvoorbeeld gesplitst in "het aanbieden van vleermuiskasten in al bestaand habitat" en "het bij ruimtelijke ingrepen vervangen van bestaande verblijfplaatsen met nieuwe kunstmatige verblijven". Door de geëvalueerde acties steeds specifieker te maken, is het gemakkelijker om precies te begrijpen welke beschermingsacties in welke situatie effectief zijn.
Vleermuiskasten worden in bossen vaak gebruikt door indivuele vleermuizen of kleine groepjes (foto: Erik Korsten, Zoogdiervereniging)
Vleermuiskasten als extra verblijfplaats
Zo concludeert Conservation Evidenced dat het aannemelijk is dat het “aanbieden van vleermuiskasten in al bestaand habitat” een gunstig effect heeft kan hebben op vleermuizen. De onderliggende studies voor deze conclusie gaan echter over het aanbieden van vleermuiskasten zonder dat er sprake is van het vervangen van bestaande verblijfplaatsen. Zij maakt bij het aanbieden van vleermuiskasten in al bestaand habitat ook twee belangrijke aantekeningen:
Uit de onderliggende studies wordt weliswaar duidelijk dat vleermuiskasten door vleermuizen gebruikt worden, maar er zijn onvoldoende onderzoeksresultaten beschikbaar over welke modellen het meest geschikt zijn, voor welke soorten vleermuizen, en voor welke functies. Gebruik van vleermuiskasten door kraamgroepen blijft bijvoorbeeld in veel studies onderbelicht.
Er zijn geen studies die ingaan op het effect van het aanbieden van vleermuiskasten op populaties van een soort of leefgemeenschappen van vleermuizen in een bepaalde habitat. Hiervoor zijn studies nodig die over langere tijd het gebruik van vleermuiskasten volgen en studies van vleermuispopulaties in vergelijkbaar habitat met en zonder vleermuiskasten.
Het aanbieden van een vleermuiskast hoeft daarom niet per definitie een positief effect te hebben. In cijfers uitgedrukt wordt de effectiviteit door Conservation Evidence bepaald op 50%, de zekerheid hierover op 45% en de kans op een negatief effect op vleermuizen op 0%.
Vleermuiskasten als vervangende verblijfplaats
Bij de maatregel “het bij ruimtelijke ingrepen vervangen van bestaande verblijfplaatsen met nieuwe kunstmatige verblijven” concludeert Conservation Evidence ook dat het aannemelijk is dat dit een gunstig effect kan hebben op vleermuizen. Hierbij zijn de effectiviteit en de zekerheid beiden met 40% echter lager dan bij vleermuiskasten an sich en het negatief effect op vleermuizen is bepaald op 10%.
Onder deze categorie vallen niet alleen vleermuiskasten en inbouwvoorzieningen voor vleermuizen maar ook speciaal voor vleermuizen gebouwde schuren en andere vleermuisgebouwen. Wie in de onderliggende literatuur duikt ziet echter dat er nog erg weinig studies zijn over het effect van vleermuiskasten en inbouwvoorzieningen als vervanging van verblijfplaatsen bij bomenkap of sloop, renovatie en na-isolatie van gebouwen. Ook bij deze maatregel zijn er geen studies beschikbaar over het effect op de (lokale) populaties vleermuizen.
Niet-bewezen-maatregelen bedreigen de gunstige staat van instandhouding
Voor de praktijk van vleermuisbescherming moeten we ons dus afvragen of bij kap, sloop, renovatie en na-isolatie- externe en ingebouwde vleermuiskasten gezien mogen worden als een bewezen effectieve maatregel ter bescherming van vleermuizen en hun verblijfplaatsen. Het is onvoldoende onderzocht om te kunnen spreken over een voldoende onderbouwd bewezen positief effect op populaties en leefgemeenschappen op de korte en lange termijn. Bij zulke projecten worden wel vaak vleermuiskasten en inbouwkasten geplaatst. Daar ligt een grote noodzaak en een mooie kans voor meer en beter onderzoek naar de effectiviteit van deze maatregelen op (lokale) populaties. Betere kennis van de populatie vóór en ná de ingreep, betere kennis van eisen die vleermuizen aan verblijfplaatsen stellen (succesfactoren) en meer kennis van het korte- en langetermijngebruik van maatregelen voor vleermuizen is dringend nodig. Toepassing van niet-effectieve beschermingsmaatregelen leidt op den duur immers tot afbreuk van de gunstige staat van instandhouding van een soort.
Kraamkolonies van vleermuizen (in dit geval gewone dwergvleermuizen) in vleermuiskasten zijn nog weinig gedocumenteerd (foto: Erik Korsten, Zoogdiervereniging)
Hopelijk raken beleidsmakers, ecologisch adviesbureaus en andere vleermuisonderzoekers door de nieuwe synopsis geïnspireerd om deze kennislacunes in te vullen! Er wordt immers ook in Nederland – naar we aannemen - veel meer aan maatregelen gemeten dan er wordt gepubliceerd. Het meten van het effect van de toepassing van vleermuiskasten bij ruimtelijke ingrepen kan bovendien niet los worden gezien van de effecten van veel andere maatregelen om bij kap, sloop, renovatie en na-isolatie vleermuizen te beschermen. Voor maatregelen als het “buitensluiten van vleermuizen voor de ingreep” en het “uitvoeren van de ingreep buiten kwetsbare perioden” waren voor Conservation Evidence geen enkele effectstudie beschikbaar! Het ligt voor de hand dat het meten van het effect van deze maatregelen een voorwaarde is voor het meten van het effect van vleermuiskasten en inbouwvoorzieningen bij ruimtelijke ingrepen.
Monitor, publiceer en deel je kennis!
De ‘Conservation Evidence for bats’ synopsis is samengesteld om wereldwijd het werk van vleermuisbeschermers te ondersteunen. Er worden vanaf nu jaarlijkse updates gepland, zodat het een steeds nuttiger bron van informatie zal worden. Natuurbeschermers worden aangemoedigd om actief bij te dragen, door natuurbeschermingsmaatregelen te testen en daarover te publiceren. Conservation Evidence streeft naar het samenstellen van gratis, open toegankelijke, op de praktijk gerichte informatie. Periodiek verschijnt ook de uitgave over alle soortgroepen: What Works in Conservation.
Gebruik deze hulpbron, deel de synopsis met uw collega's en draag er zelf aan bij, om zo de bescherming van vleermuizen effectiever te maken! Bewezen effectieve maatregelen zijn nodig om ook op de lange duur ruimtelijke ontwikkelingen en natuurbescherming hand in hand te laten gaan.
Tekst: Jasja Dekker (lid begeleidingscommissie Conservation Evidence – bat synopsis) en Erik Korsten (Zoogdiervereniging)
Ik ben op zoek naar een batdetector
Je wilt vleermuizen gaan spotten, dan heb je al gauw een batdetector nodig. Er zijn (zelfbouw) vleermuisdetectors van een paar tientjes tot professionele van een paar duizend euro. Het verschil zit in het systeem gebruikt om vleermuis geluiden hoorbaar te maken. Ook de kwaliteit van de gebruikte microfoon verschilt sterk. De prijs bepaalt over het algemeen niet alleen de geluidskwaliteit, maar vaak ook de stevigheid en ergonomie (hoe het apparaat in de hand ligt, hoe de knoppen (en evt. display) werken). Voor het meeste vleermuis werk is een high-end hetrodyne detector genoeg.
De “standaard” detectors zijn in te delen in drie categorieën: heterodyne of mixerdetectors (smalband), frequency division of deler-detectors (breedband), en de time
expansion-detectors (tijdvertraagd). Daarnaast zijn er de wat duurdere (meestal realtime) detectors met ingebouwde opnameapparatuur. Het is bij de meeste detectors handig om een koptelefoon te gebruiken. Dit om zachte vleermuisgeluiden te kunnen horen, die anders door de afstand en omgevingsruis verloren gaan.
Heterodyne
De heterodyne detectors zijn het eenvoudigst en dus ook het goedkoopst. Je stelt een toonhoogte in waarop je vleermuisgeluiden verwacht. In het apparaat zit een oscillator die het geluid dat je ingesteld hebt mixt met het geluid van een passerende vleermuis. Als het apparaat ingesteld is op 50 Khz en er roept een vleermuis op 45 Khz dan komt er een geluid uit van 5 Khz. Een vleermuis die roept op 25 Khz geeft ook een geluid maar dan 25 khz en kun je dus niet meer horen. Een vleermuis die roept op 40 Khz geeft een geluid van 10 Khz. Deze vleermuis is wel hoorbaar, maar met een vertekend geluid. Wil je de vleermuizen beter horen dan stel je in op een andere frequentie waarop je de vleermuis verwacht. Het geluid is niet vertraagd, dus je hoort wat er op dat moment gebeurt. Geluiden van dit type detectors zijn wel op te nemen (alleen nuttig als je ook de omstandigheden noteert), maar niet later nader te analyseren via bv een spectrogram. Er zijn twee heterodyne detectors die zelf de frequentie (kunnen) kiezen van een passerende vleermuis. Klinkt handig, tot je ergens bent waar veel vleermuizen zijn.
Frequency division
De frequency-division detectors delen het geluid dat binnenkomt door een vast getal (vaak 10 of 12). Hierdoor kun je zowel een vleermuis die roept op 25 Khz als een vleermuis op 50 Khz horen. Aanwezige vleermuizen kunnen daarmee minder snel gemist worden. Er zijn ook detectors welke het heterodyne geluid via de linker speaker en het frequnecy division geluid via de rechter speaker laten horen. Een koptelefoon is dan noodzakelijk om dit te kunnen horen. Het frequency-division geluid is niet tijdvertraagd, dus je hoort wat er op dat moment gebeurt. Het display geeft aan op welke frequentie de vleermuis het best te horen is, maar alle geluiden klinken hetzelfde en blikkerig. De soorten zijn beperkt op ritme te herkennen. Wel zijn deze geluiden goed op te nemen met een externe audiorecorder (of smartphone) en naderhand (zeer) beperkt met een geluidenprogramma te analyseren.
Time expansion
Time expansion-detectors slaan het binnenkomende geluid digitaal op en spelen het vertraagd af. De opgenomen tijd is vaak een seconde en de vertraging 10 keer, maar dat kan wisselen per detector (merk) en is soms instelbaar. Nadeel is dat je tijdens het afspelen, wat 10x langer duurt dan de echte opname, niet meer hoort wat er op dat moment gebeurt. Sommige detectors combineren twee methoden (linker speaker heterodyne, rechter speaker time expension). Een koptelefoon is dan noodzakelijk om dit te kunnen horen. Geluiden kunnen opgenomen worden en later via bv een spectrogram worden geanalyseerd. Het is altijd nuttig om de omgevingsomstandigheden (open besloten habitat) te noteren. Sommige detectors hebben een ingebouwde GPS.
Stand alone
Een detector bedoelt om ergens neer te leggen. Neemt continu op wat er gebeurt.
Overzicht detectors voor hobymatig gebruik tot vleermuisonderzoeker
Hetero-dyne |
Freq division |
Time expansion |
opmerkingen |
|
Haynes HBD2766 |
Doe het zelf kit (amazon) |
|||
Franzis Verlag 65276 |
Doe het zelf kit (conrad) |
|||
bat duet |
x |
x |
||
Baton |
x |
batscan software (geen aanrader) |
||
batbox IIID |
x |
|||
magendta bat4 |
x |
aanrader |
||
magenta bat5 |
x |
als bat4, maar met een digitale dispaly |
||
pettersson D100 |
x |
heeft soms last van electro smog (signaal van oa wifi en zendmasten) |
||
pettersson D200 |
x |
als d100, maar met een digitale display |
||
electron batscanner |
x |
zoekt automatisch piekfreq, met filter zodat krekels en sprinkhanen geen probleem zijn |
||
ssf bat2 |
x |
x |
||
ssf bat3 |
x |
x |
met sd kaart |
|
Echometer touch 2 |
x |
x |
Relatief ongevoelige microfoon. Tablet functie om spectrum om scherm mee te kijken. Leuk voor excursies. |
|
M500-384 USB |
x |
x |
Relatief ongevoelige microfoon. Tablet functie om spectrum om scherm mee te kijken. Leuk voor excursies |
Overzicht van dure professionele detectors
Hetero-dyne |
Freq division |
Time expansion |
opmerkingen |
|
AudioMoth |
x |
x |
Doe het zelf, alleen als stand alone |
|
pettersson D240X |
x |
x |
aanrader voor proffesioneel gebruik |
|
Pettersson D230 |
x |
x |
Optie: Linker en rechter microfoon met ander signaal. Digitaal display |
|
Pettersson D1000X |
x |
x |
x |
Mt CF kaart. Ook als stand-alone |
Anabat schout |
x |
x |
Met SD kaart. Spectrum en zero crossing |
|
Anabat walkabout |
x |
x |
x |
Tablet behuizing, om spectrum en zero crossing op scherm mee te kijken |
Waar koop ik een detector
- Veldshop.nl
- Apodemus.nl
Aankondiging activiteit
Op deze plek geven we een overzicht van vleermuis activiteiten. Het betreft vooral landelijke activiteiten zoals een cursus, kamp en excursie. U kunt zelf ook activiteiten in de gaten houden op facebook of twitter (zie link op onze homepagina). Of contact opnemen met een regionale werkgroep in de buurt. Landelijke activiteiten sturen we ook door naar al onze leden (u kunt lid worden door een mail te sturen naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)
Geplande activiteiten in 2020
- Nacht van de vleermuis - vrijdag 28, zaterdag 29 en zondag 30 augustus 2020. Kijk op www.nachtvandevleermuis.nl
- Vlendag (lezingen dag)- 31 oktober (mogelijk wordt deze datum ivm Corona uitgesteld)
Oude aankondigingen
- Veldwerkgroep
- Cursus
Vleermuiskasten kopen en ophangen
We onderscheiden twee soorten kasten A) ophangkasten en B) inbouwkasten
A- Ophangkasten
Een ophangkast kun je ophangen aan een boom of tegen een huis. Het ophangen van vleermuiskasten is altijd een hoop dat er vleermuizen in komen. Het werkt vaak beter er meerderen op te hangen dan enkele om succes te hebben: Vleermuizen moeten herkennen dat ze er in kunnen verblijven; eenmaal er aan gewend gaat het vaak sneller.
Houtbetonkasten zijn zeker degelijker dan houten kasten, zeker met het oog op grote bonte spechten. Het voordeel van platte kasten is dat je ze van onderaf zonder ze open te maken kan controleren. Het nadeel van bolvormige kasten is dat ze vaak erg in trek zijn bij wespen en horenaars, regelmatig controleren is daarom een must (zie ook onderaan dit artikel)
Sommige vleermuissoorten houden meer van platte kasten, andere meer van bolle kasten (nissen versus holtes). Voor franjestaart, rosse vleermuis en grootoorvleermuis zijn bolle kasten meer geschikt, de ruige en gewone dwergvleermuis zitten liever in een platte kast, maar soms ook wel in een bolle.
Het ophangen gaat het beste met een RVS houtdraadbout met een carrosseriering er voor met een accuboormachine er in schroeven. Die kun je dan wat losser draaien met een ratel of ringsleutel als de boom verder gegroeid is. Ze in de boom spijkeren met een aluminium spijker is een andere optie.
Meer weten? kijk dan ook even iets verderop op deze webpagina voor onder andere een bouwtekening en ophanginstructie.
B- Inbouwkasten
Een inbouwkast wordt in een muur van een gebouw ingebouwd. Deze optie is dus vooral interresant bij nieuwbouw of bij gebouwen waar het niet erg is om een gat in een muur te maken. Vaak worden inbouwkasten geschakeld, dit om meer variatie in binnenklimaat te creeeren. Vleermuizen kunnen immers bij een woonhuis vaak vrij bewegen tussen dak en muur, terwijl ze bij een inbouwkast alleen bewegingsruimte hebben in de kast(en) zelf. Om te voorkomen dat vleermuizen het niet te heet krijgen tijdens een dag volle zon-expositie, is variatie in binnenklimaat nodig. Helaas zijn inbouwkasten momenteel voor vleermuizen nog geen volwaardige vervanging voor oorspronkelijke verblijfplaats, zoals bijvoorbeeld een huis of een boom. Zondermeer gebruik van inbouwkasten kan de gunstige staat van instandhouding van vleermuizen schaden. We raden aan om kasten met de nodige zorg worden toe te passen. Meer over dit onderwerp kunt u hier lezen.
Voorzieningen aan andere objecten
Hier een aantal aanpassingen noemen die aan kerken mogelijk zijn, zoals vervangen van kippegaas tegen duiven voor panelen. Aanbrengen van hangplekken op de zolder. Zie onderstaande voorbeelden. In de duitse brochure ' wir bauen ein haus' (zie onder) staan nog een aantal voorbeelden hoe een kerk in te richten.
Vleermuiskasten rondom huis
Veel vleermuissoorten bewonen van nature holle bomen. Bij gebrek aan deze natuurlijke boomholten kunnen vleermuiskasten dienen als kunstmatige verblijfplaats. Vleermuiskasten zijn echter géén nestkasten; ze worden door sommige vleermuissoorten alleen gebruikt als slaapplaats of paarplaats van één of enkele dieren en maar zelden als kraamkamer. Bij het gebruik als paarplaats roepen b.v. mannelijke ruige dwergvleermuizen (Pipistrellus nathusii) langsvliegende vrouwtjes vanuit de kast.
Vleermuiskasten zijn vooral bedoeld voor de bosbewonende vleermuizen. Typische gebouwenbewonende vleermuizen, als de gewone dwergvleermuis, laatvlieger en meervleermuis, geven een zeer sterke voorkeur aan open spouwmuren en/of ruimten achter daklijsten en dakpannen. U kunt om het huis daarom wel kasten ophangen, maar dit is vaak helemaal niet nodig. Als alternatief kunt u een aantal kleine aanpassing aan het huis maken:
- Vleermuizen kruipen het liefst weg in allerlei kieren of spleten, zoals een plank of plexiglas-plaat net onder de dankrand. Door de plank zodanig te monteren dat net 1,5 tot 2 centimeter ruimte is tussen de muur kunnen vleermuizen achter deze plank wegkruipen. Vooral dwergvleermuizen, en ruige dwergvleermuizen maken gebruik van dit soort constructies.
- Sommige huizen hebben nog echte luiken voor de ramen. Achter deze luiken kan wel een vleermuis hangen! Indien deze luiken niet meer gebruik worden kunnen deze ook omgetoverd worden tot een vleermuisverblijfplaats. De luiken worden op 2,5 tot 1,5 centimeter afstand van de muur gemonteerd (met de lamellen dicht). Kieren aan de zij-en de onderkant worden gedicht door smalle latten tussen muur en luiken aan te brengen (zie figuur).
- Sommige daken hebben naast normale dakpannen ook 'spreeuwen-pannen'. Dit soort pannen zijn in combinatie met een ruimte onder de pannen ook heel geschikt voor vleermuizen. De 'vleermuis-pan' wordt door middel van een smalle kruipplank verbonden met een vleermuiskast aan de binnenzijde van het dak. Dit soort constructies zijn alleen mogelijk bij nieuwbouwhuizen of bijvoorbeeld tijdens renovaties van het dak. Of in kerken, waar de ruimte boven het gewelf op deze manier voor vleermuizen toegankelijk gemaakt kan worden.
- Huizen met een overstekende dakrand bieden ook een uitstekend alternatief voor een vleermuisverblijfplaats. Onder deze dakrand kan een plank gemonteerd worden met inkruipspleten voor vleermuizen.
Met enige inventiviteit zijn vast nog veel meer mogelijkheden te bedenken.
NB: Vleermuiskasten zijn geen volledig alternatief voor natuurlijke boomholten en open spouwmuren. Buiten de specialistische kraamkasten om worden 'gewone' vleermuiskasten zelden gebruikt door kraamkolonies (vrouwtjes met jongen). Door de slechte isolatie zijn ze, tijdens strenge winters, ook niet geschikt voor overwinterende vleermuizen. Boombewonende vleermuizen zoals rosse vleemuizen en bosvleermuizen blijven dus 100% afhankelijk van dikwandige boomholten.
Bouwtekening en beschrijving van vleermuiskast
In de bijlagen kunt u verschillende bouwtekeningen voor vleermuiskasten downloaden. Let hierbij op de volgende zaken:
- Achterzijde: Ruwe plank van minimaal 1,5 cm dikte. Deze plank over de gehele oppervlakte van zaagsneden voorzien. Totale lengte ongeveer 60 cm.
- Voorzijde: Lengte ongeveer 40 cm. Breedte van de plank ongeveer 20 - 25 cm., net wat er voorhanden is, maat is niet kritisch. Minimaal 1,5 cm. dik.
- Zijkanten: Rachelhout (panlatten) van 2,5- tot 3,5 cm.
- Vulplaatje: om de benodigde smalle invliegopening (max. 1,7 cm.!) te verkrijgen moet de opgegeven maat nauwkeurig gehanteerd worden. De dikte van het vulplaatje is afhankelijk van de dikte van het gebruikte rachelhout voor de zijkanten.
- Diversen: Stevig messing scharnier, wat betere kwaliteit loont zich. Stukje dakleer of loodslab voor bovenzijde. Eén of twee grote schroefogen om de kast te sluiten.
Tips bij het ophangen van vleermuiskasten
De maat van de invliegspleet is vrij kritisch (max. 1,5 cm. breed, voor grotere soorten zoals rosse vleermuis iets breder tussen de 1,8-2,2 cm), omdat anders kleine zangvogels (winterkoning en boomkruiper) de kast als slaapplaats gaan gebruiken. Vleermuizen gaan de concurrentie met vogels zoveel mogelijk uit de weg. Direct naast de vleermuiskast een vogelnestkast voor mezen hangen zorgt ervoor, doordat de mees territoriaal is, andere vogels weggejaagd worden. Zo blijft de vleermuiskast het beste toegankelijk voor vleermuizen.
- Bij vleermuiskasten tegen een huis, denk aan een mestplankje. Om te voorkomen dat vleermuismest bijvoorbeeld op een raam valt, kan op ca 1,5 meter onder de uitvliegopening een plankje van 30 cm breed worden bevestigd. Dit plankje zal de meeste keutels opvangen.
- Goed afdichten van de binnenzijde van een spouwmuur (verbinding binnenhuis en muur). Voor de ventilatie van het huis is het belangrijk dat de verbinding buitenhuis en spouwmuur openblijft.
- Bij stank is ventilatie erg belangrijk. Vaak zijn spouwmuren opgevuld met isolatie schuim, dit houdt vocht vast en dus ook stank. Het is belangrijk dat een spouwmuur kan luchten.
-
Hang de kast op aan een stevige boom, liefst op een plaats waar meerdere bomen aanwezig zijn. Een groter aantal kasten, in één gebied verhoogt de kans op succes aanmerkelijk. (10 stuks per hectare)
-
De hoogte waarop de kast komt te hangen moet minstens 3 meter bedragen, dit i.v.m. het vrij uit kunnen vliegen van de vleermuizen.
-
Draag er zorg voor dat de vleermuizen bij het uitvliegen zo min mogelijk obstakels tegenkomen, vaak wordt bij het uitvliegen géén gebruik gemaakt van het echolocatiesysteem.
-
Hang de kast(en) zo mogelijk met de voorzijde naar het zonlicht. Vleermuizen zijn echte warmte liefhebbers, de kast kan op deze wijze zoveel mogelijk zonnewarmte absorberen.
-
De kast dient tochtvrij en lichtdicht te zijn.
-
Hang de kast( en) zoveel mogelijk in de luwte.
-
Wanneer de kast eenmaal is opgehangen hoeft hij vrijwel nooit geopend te worden. Er kan gemakkelijk en zonder verstoring worden vastgesteld of de kast door vleermuizen bezocht wordt, er zijn dan keutels aanwezig op het mestplankje aan de onderzijde.
- Vleermuiskasten dienen één keer per jaar te worden schoongemaakt, zodat de kasten niet blijvend verstopt raken met spinnenwebben en nesten van insecten. Het makkelijkste is dit te doen in de winterperiode. Controleer van te voren met een lampje of er geen vleermuis in de kast zit.
Oproep
Om ervaringen te delen, kun je project aanmelden bij https://vleermuiskasten.nl
Al vleermuizen in een kast?
Nieuwsgierig of er al vleermuizen in een kast zitten? Het is raadzaam om kasten eens per zoveel tijd te controleren. Kijk onderstaand filmpje voor tips en tricks van een ervaren deskundige.
Ik wil graag mee op excursie
Op zoek naar een excursie in de buurt?
De Vlen heeft alle activeiten uitgevoerd in het kader van de nacht van de vleermuis op een aparte website gezet. U kunt hier kijken voor een excursie in de buurt. De nacht van de vleermuis vindt elk jaar plaats tijdens het laatste weekend van augustus. Dan worden er door heel Nederland vleermuiswandelingen gehouden. Tijdens deze wandelingen wordt met zogenaamde batdetectors naar vleermuizen gezocht. Tijdens de activiteiten van de Nacht van de Vleermuis wordt informatie vertrekt over de waargenomen vleermuissoorten, hun voorkomen en hun gedrag.
Op sommige locaties wordt voorafgaand aan de wandeling een lezing gegeven of vinden aanvullende activiteiten plaats. Een unieke kans dus voor jong en oud in heel Europa om meer te weten te komen over de nuttige maar voor veel mensen mysterieuze vleermuizen en ze zelfs te horen en te zien! Hieronder een impressie van het verloop van zo'n excursie.
The next level, zelf mee doen (evt met een leen detector)
Als u de smaak van vleermuizen echt te pakken heeft en zelf mee wil doen hebben we de volgende tips. De meeste regionale werkgroepen organiseren regelmatig activiteiten die met vleermuizen te maken hebben. Er bestaat ook een landelijke werkgroep, de Veldwerkgroep, deze organiseerd elk jaar een zomerkamp. Tegen kostprijs kunt u mee op kamp en mee doen met vleermuis activiteiten (alleen voor 18+). Voor jongeren bestaat de optie om lid te worden van een jeugdbond, in Nederland bestaan er twee opties: de NJN en de JNM.
The highest level, zelf op pad (met eigen detector)
Om zelf op pad te gaan is natuurlijk eerst een batdetector nodig. Er zijn vele mogelijkheden. Op deze pagina vind u een paar tips waar u op moet letten bij de aanschaf van een detector. We raden aan ook eens rond te neuzen op de websites van Veldshop en Apodemus voor een volledig assortiment van detectors.
Vleermuizen in de tuin
De Zoogdiervereniging geeft speciaal voor het Jaar van de Vleermuizen een folder uit met praktische tips en wetenswaardigheden over vleermuizen en tuinen (klik hier voor de folder: Vleermuizen - Ook in uw tuin ). Via een mail naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. kunt u de folder gratis bestellen.
Hieronder een korte samenvatting van de inhoud van de folder.
Kies de juiste planten
Maak een ruime keuze van planten om insecten te lokken, door een mengeling van bloeiende planten, groenten, bomen en struiken aan te planten. Hierdoor nodig je een grote verscheidenheid aan insecten uit, die komen en gaan van de vroege lente tot de late herfst. Vleermuizen zijn insecteneters. Gebruik zoveel mogelijk inheemse planten omdat deze veel aantrekkelijker zijn voor de meeste soorten insecten. Hoe groter de variatie aan planten is des te meer insecten komen er voor. Er moet niet alleen variatie in geur en kleur zijn, maar ook in vorm. Licht gekleurde bloemen zijn gemakkelijker te zien bij weinig licht, dus aantrekkelijk voor insecten in de schemering. Enkelbloemige bloemen produceren meer nectar dan dubbelbloemige varianten. Bloemen met insectenvriendelijke landingsplaatsen en kleine kelkbladen, zoals de composieten en schermbloemigen, nodigen het meeste uit.
Plant boom en struik
Deze zijn belangrijk als voedsel voor de insecten en hun larven, als schuilplaats voor vliegende insecten en rustplaats voor vleermuizen. In een kleine tuin kun je kiezen voor soorten die niet groot worden of die zich gemakkelijk laten snoeien. De jonge scheuten en bladeren lokken bladetende insecten.
Zorg voor een waterpartij
Een tuin is niet compleet zonder water. Niet alleen voorzien een kleine vijver en moeraszone vleermuizen van drinken, het water lokt ook insecten aan. Het leven van veel insecten die op het menu staan van vleermuizen begint in het water. Oeverplanten zorgen voor een geleidelijke overgang en vormen een ideaal leefgebied voor insecten. Vleermuizen drinken al vliegend en hebben dan wat ruimte nodig. De ideale vleermuisvijver is wat langwerpig, waarbij niet alle oevers helemaal zijn vol geplant.
Maak een composthoop, takkenwal of houtstapel
Keuken en tuinafval kunnen gemakkelijk gecomposteerd worden. Een composthoop is een ideaal biotoop voor insecten en bodemdiertjes. Maar ook een takkenwal of houtstapel zorgt voor een schaduwrijke plaats waar insecten, vooral kevers, zich goed thuis voelen.
Overige tips:
- Maai bij een bloemenweide eerst een deel of strook en na een maand de rest. Zo blijft er genoeg voedsel over voor de vleermuizen. Alles in een keer maaien zorgt voor een “woestijn” voor de insecten en dus voor voedsel gebrek bij de vleermuizen.
- Gebruik geen gif. Ze doden niet alleen de vervelende insecten (zoals bladluizen) maar doden ook hun natuurlijke vijanden (bijvoorbeeld lieveheersbeestjes). Op deze manier gaat niet alleen het voedselaanbod voor vleermuizen achteruit, er is ook een groot risico dat ook de vleermuizen gifstoffen binnenkrijgen.
- Trek natuurlijke belagers van plaagdieren aan. Zweefvliegen, wespen, lieveheersbeestjes, gaasvliegen, kevers en duizendpoten zijn natuurlijke bestrijders.
- Behoud hiervoor een natuurlijk evenwicht in de tuin:
- Laat sommige kruiden groeien als beschutting voor natuurlijke vijanden.
- Laat op sommige plaatsen in je tuin dorre bladeren, stengels en uitgebloeide planten staan en laat snoeihout eens liggen. Ze dienen ook als overwinteringsplaats voor bijvoorbeeld egels en lieveheersbeestjes.
- Lok vogels met voer en water, zij zijn ook efficiënte insectenjagers. - Beperk verlichting. Doe je tuinverlichting uit of let erop dat die alleen daar schijnt waar het echt nodig is. En als je in de natuur of aan het water woont, voorkom dan ook dat je tuinverlichting ook de omgeving verlicht. Gebruik eventueel ook bomen en struiken om lichtuitstraling te beperken.
- Zorg voor verblijfplaatsen van vleermuizen. Overdag zoeken vleermuizen een rustige en doorgaans warme verblijfplaats om te slapen. Sommige soorten geven de voorkeur aan boomholtes, terwijl andere soorten zolders verkiezen. De gewone dwergvleermuis, een typische huisbewoner, verblijft onder meer in spouwmuren, rolluiken, onder dakpannen en achter houten planken.
- Katten weten vaak heel goed de verblijfplaatsen van vleermuizen te vinden en proberen de uit- en invliegende vleermuizen te vangen. Kattenbezitters kunnen in de zomer levens van vleermuizen redden door hun kat een uur voor zonsondergang binnenshuis te laten. Dit is vooral van belang van half mei tot eind augustus, de periode waarin vleermuizen grote groepen kunnen vormen.