Grootoorvleermuizen hebben bij het vliegen voordeel van hun grote oren. De oren van de vliegende zoogdieren zorgen voor opwaartse krachten, waardoor de dieren gemakkelijker in de lucht blijven hangen.

Naast de oren hebben de grootoorvleermuizen hebben ook voordeel van hun vliegtechniek. Tijdens langzame vluchten zorgen de dieren voor extra stuwkracht door hun vleugels hoog boven hun lichaam te houden, zo concluderen Zweedse onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Scientific Reports.

De wetenschappers kwamen tot hun bevindingen door grootoorvleermuizen door een windtunnel te laten vliegen. Ze vulden deze tunnel met rook en verlichtten de lucht rond de dieren met een laserlamp, zodat ze de vliegbewegingen goed konden filmen. 

Aan de stromingen die ontstonden in de rook rondom de vliegende vleermuizen, konden de wetenschappers vervolgens afleiden welke technieken de dieren gebruiken om te blijven zweven.

Opwaartse kracht

De grote oren van de zoogdieren blijken zeer belangrijk te zijn bij hun vliegbewegingen. "We laten zien hoe de lucht achter het lichaam van de grootoorvleermuizen versneld naar beneden stroomt", verklaart hoofdonderzoeker Christoffer Johanson Westheim op nieuwssite Physorg.com. "Dat betekent dat hun lichaam en oren zorgen voor een opwaartse kracht.

De bevinding is opvallend. Tot nu toe werd aangenomen dat de grote oren van de dieren alleen in de weg zouden zitten bij het vliegen. "Maar de oren van de grootoorvleermuis creƫren niet alleen veel weerstand, ze helpen de dieren duidelijk om in de lucht te blijven", aldus Johanson Westheim.

Drones

Toch is de onderzoeker vooral verheugd over de ontdekking dat de vleermuizen extra stuwkracht opwekken tijdens langzame vluchten door hun vleugels hoog in de lucht te houden. Met deze techniek beperken de dieren hun inspanningen.

De vliegtechniek kan volgens Johanson Westheim als inspiratie dienen bij het ontwerp van vliegende apparaten. "Dit kan in de toekomst leiden tot een nieuwe vorm van aerodynamische mechanismen voor bijvoorbeeld drones."

 Door: NU.nl/Dennis Rijnvis