glanskop en rosse bertus van laan RIJSWIJK (ANP) – Een aantal vleermuissoorten is aan een flinke opmars bezig. Sinds 2000 is het aantal vleermuizen in Nederland meer dan verdubbeld, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Maar volgens de Vleermuiswerkgroep Nederland (VLEN) zitten de vleermuizen hooguit meer op een kluitje in bijvoorbeeld bunkers en lijkt het daardoor alsof er meer zijn.

Hoeveel vleermuizen er exact zijn in Nederland is onbekend, maar uit tellingen van het CBS blijkt wel dat er een stuk meer worden waargenomen. Ten opzichte van 2000 werden er in 2011 liefst 110 procent meer geteld. En liefst vier keer zoveel in vergelijking met 1986, toen het CBS voor het eerst de telling van vleermuizen hield. Volgens de VLEN zijn echter 3 van de 22 vleermuissoorten die er in 1975 waren, verdwenen uit Nederland.

Volgens Anne Jifke Haarsma van de VLEN is er sprake van een „toename in gebruik”, niet van een groei van de populatie. „Vleermuizen hebben door de eeuwen heen vaak geswitcht van plek waar ze overwinteren. Vroeger zaten ze bijvoorbeeld in waterputten en kasteelmuren. Vervolgens verhuisden ze naar kelders, schuren, spouwmuren en dergelijke. Na de Tweede Wereldoorlog trokken ze naar bunkers.”

Omdat die niet gebruikt worden door mensen, kunnen vleermuizen daar rustig overwinteren. Daarom zoeken steeds meer gevleugelde beestjes hun heil in de relikwieën uit die oorlog. En dus worden er daar meer geteld en lijkt de populatie te groeien.

„Daar komt nog bij dat spouwmuren tegenwoordig veel vaker geïsoleerd worden. Daardoor verhuizen de vleermuizen naar de bunkers en forten waar ze juist beschermd worden en niet ’s winters hoeven te verkassen door de buitenlucht als ze gestoord worden”, stelt Haarsma. „Niet elke soort is echter zo aanpassingsgezind om zich daar te vestigen. Daar maak ik mij wel zorgen over, hun leefgebied wordt langzaam afgebroken. Zo zien we de rosse vleermuis, die in bomen overwintert, steeds minder. Het wordt immers drukker in bossen en bomen worden gekapt.” Ook andere soorten blijken het moeilijk te hebben.

Volgens Haarsma is er meer onderzoek nodig naar de overwinterplaatsen van vleermuizen. „We zijn in staat bepaalde soorten prima te beschermen, maar andere soorten juist niet. Wellicht kunnen we, door te experimenteren, iets nieuws creëren waar deze soorten wel kunnen overwinteren.”

 

bron: Reformatisch Dagblad