Vleermuisopvang Groningen - Jaaroverzicht 2002
De opvang bestaat twee jaar. Met de Dierenambulance Groningen en Delfzijl is een goede samenwerking ontwikkeld.
Ook Landschapsbeheer Groningen geeft vleermuizen door en vergoedt een groot deel van de reiskosten. Vleermuisnetwerkers weten de opvang te vinden. Door aan elke bijzondere melding veel publiciteit te geven wordt de bekendheid steeds groter raakt men gewend aan het idee van vleermuizen in huis.
Paulien Arends van de Vleermuiswerkgroep Drenthe heeft tijdens mijn afwezigheid ingesprongen. De RCG verzorgt alle drukwerk. Samen met de Stichting BAT (Biotoopbescherming Alle Terreinen) is een folder uitgegeven.
Meldingen
Het aantal meldingen is van ruim 50 in 2001 naar 112 dit jaar gestegen. Deze komen voornamelijk uit de drie noordelijke provincies. De melders worden zoveel mogelijk persoonlijk benaderd en krijgen gerichte voorlichting, waaronder de folder van de VZZ, dit wordt erg gewaardeerd. Hierdoor slaat de houding van overlast om naar zorgzaamheid. Uiteindelijk blijven er nog maar enkele moeizame situaties over waar mensen geluid of mest overlast bij kolonies hebben of nog steeds angst voor vleermuizen hebben.
Van de meldingen is 60% van de vleermuizen vaak zeer aktief, deze worden direkt vrijgelaten waarmee de aansluiting bij de groep in stand blijft. Van de niet aktieve dieren wordt de helft bij binnenkomst pas goed wakker. Ze hebben veel dorst en soms honger. Te uitgeputte dieren hebben te weinig reserve om wakker te worden. Zij overlijden in de eerste twee dagen opvang. Slechts enkele vleermuizen hebben vleugelfracturen. In 10% van de meldingen gaat het om kolonies.
Soorten en aantallen
Alle gemelde vleermuizen komen uit de direkte omgeving van mensen en bijna altijd uit gebouwen. Van de negen gemelde soorten komt met 45% de gewone dwergvleermuis het meest voor, de laatvlieger 18% en de ruige dwergvleermuis 4%. De andere soorten komen kleine aantallen voor, met de tweekleurige vleermuis als bijzondere melding.
Dit jaar zijn 6 vleermuizen onderzocht op rabiës. Slechts bij één van de vier laatvliegervleermuizen is rabiës geconstateerd. Voorzichtigheid met rabiës blijft dus geboden, maar paniek dient te worden voorkomen.
Koloniemeldingen
Ook nu komen de gewone dwergvleermuiskolonies het meest voor, dan volgt de laatvlieger. Er is zelfs een kolonie tweekleurige vleermuizen gemeld!
In 2001 is in het Slochterbos een teruggeplaatste jonge Rosse vleermuis door de moeder weer opgepakt. Terugplaatsen van juveniele vleermuizen bij de kolonie biedt de grootste overlevingskans voor de gevonden jonge dieren.
De meeste koloniemeldingen komen uit de provincie Groningen, slechts een klein aantal komt uit de stad of noord Drenthe. De bedoeling is om de koloniehouders te stimuleren kolonies zelf te tellen en zo mee te doen aan het monitoring project. Hiertoe zullen de nodige akties ondernomen worden.
Het volledige jaarverslag is opvraagbaar bij: Vleermuisopvang Groningen. E-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.