Belangrijkste winterverblijf voor meervleermuizen in West-Europa blijft onaangetast Onder het groen van Ruygenhoek liggen voor meervleermuizen belangrijke bunkers / © Fons BongersHet duingebied ten noorden van Scheveningen is in internationaal verband van groot belang voor de meervleermuis; zij overwinteren in groot aantal in het stelsel Ruygenhoek. Onder meer in die bunker-gangenstelsels wilde de gemeente Den Haag het Atlantikwallmuseum Scheveningen tot ontwikkeling brengen. Naar de stellige mening van de VZZ bereidde de Gemeente Den Haag daarmee een project voor dat grote verstoringen ging opleveren voor de daar overwinterende meervleermuizen. Ondanks dat het gebied vanuit internationale verplichtingen door de Nederlandse Staat was aangemeld als Habitatrichtlijngebied heeft de gemeente ruim een jaar lang plannen ontwikkeld om juist daar het museum te realiseren. De gemeente was zich ervan bewust dat zich in Ruygenhoek vleermuizen ophielden, alsmede andere "dieren die lichtschuw zijn" (citaat uit initiatiefvoorstel). De VZZ achtte activiteiten die een bedreiging kunnen vormen voor de in dit gebied verblijvende vleermuizen niet aanvaardbaar en heeft de gemeente een drietal brieven gestuurd om hen op andere gedachten te brengen. Op de VLEN-dag 2004, heeft Chris Smeenk (Naturalis, mede-strijder tegen het museum in Ruygenhoek) een presentatie gegeven van de acties die er van uit de natuurbescherming waren genomen om de gemeente op andere gedachten te brengen. Uiteindelijk dus met succes. De meervleermuis geniet, gelijk aan de andere soorten vleermuizen, in Nederland een volledige bescherming binnen de Flora- en faunawet. Alle soorten vleermuizen zijn bovendien opgenomen op Bijlage 4 van de Habitatrichtlijn. Dit heeft tot gevolg dat de Regering van de Lidstaten slechts onder zeer bijzondere omstandigheden ontheffingen van verbodsbepalingen kan verlenen. In de wetspraktijk betekent een en ander dat vaste verblijfplaatsen van vleermuizen een volledige bescherming genieten. De bescherming strekt zich daarbij uit naar de rust- en verblijfplaatsen in zomer én winter. Meervleermuis in een bunker in Zwarte Pad / © Fons BongersDe meervleermuis is bovendien opgenomen op Bijlage 2 van de Habitatrichtlijn. Voor de meervleermuis heeft Nederland de verplichting om gebieden aan te wijzen en te beheren die zijn afgestemd op de volledige bescherming van de soort. Nederland heeft voor de meervleermuis enkele gebieden aangemeld; het belangrijkste gebied is: Meijendel - Berkheide, gebied nummer 46 op de aanmeldingslijst, met daarin dus het belangrijke winterverblijf Ruygenhoek. De Europese Commissie heeft de aanmelding van Meijendel - Berkheide als speciale beschermingszone voor de meervleermuis in 2003 aanvaard. In de komende jaren zal het gebied met internationale status onder de bescherming van de Natuurbeschermingswet worden gebracht. Den Haag raakte met het museumproject niet alleen de soortbescherming vanuit de Flora- en faunawet, maar ook de gebiedsbescherming onder de internationale verplichtingen. Voor dergelijke projecten geldt dat toetsing moet plaatsvinden van kansen op significante gevolgen bij alle door initiatiefnemers en overheden te nemen besluiten. Iedere beschikking kan daarbij door hen die zich bij het besluit betrokken achten, worden beoordeeld op rechtmatigheid. De VZZ had aangekondigd alle beschikkingen die benodigd waren voor de realisatie van het Atlantikwallmuseum zorgvuldig te bestuderen op rechtmatigheid. De VZZ achtte het zeker én onvermijdelijk dat de museumplannen inbreuk zouden doen aan de natuurwaarden die hebben bijgedragen aan het aanmelden van Meijendel – Berkheide als speciale beschermingszone onder de Habitatrichtlijn. De Flora- en faunawet en de Wet op de ruimtelijke ordening boden geen mogelijkheden om het project te realiseren indien zich een gerede kans op aantasting van de betekenis voor de meervleermuis zou voordoen. De VZZ stelde dat er in het geval van het Atlantik Wall Museum Scheveningen een andere bevredigende oplossing gevonden kon worden, op een andere plaats, buiten het duingebied. De VZZ heeft Den Haag bovendien dringend geadviseerd om het initiatiefvoorstel voor het AW-museum dusdanig aan te passen dat zich geen conflict met de belangen voor vleermuizen kon voordoen. Het leek daarbij onvermijdelijk dat een locatie buiten het Habitatrichtlijngebied Meijendel – Berkheide zou worden gezocht. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft uit een en ander nu eindelijk de conclusies getrokken dat realisatie in het duingebied ten noorden van Scheveningen vanuit de natuurbeschermingswetgeving niet mogelijk is. Zij heeft de stichting (i.o.) die de realisatie onderzoekt en voorbereid, dringend geadviseerd om buiten de duinen een geschikte locatie te zoeken. Momenteel is ondergrondse bebouwing in het Westduinpark in onderzoek als locatie. De VZZ is ook bij die plannen betrokken. De Werkgroep Zoogdierbescherming (VZZ) *Mededeling van de redactie: Dit nieuwsartikel werd reeds in december 2004 ingestuurd maar werd in het updaten van de site per ongeluk niet meegenomen. Onze excuses daarvoor.