Recent ontdekte vleermuissoort kan ook in Nederland voorkomen, maar is nog niet gevonden.... In maart 2003 deed vleermuisonderzoeker Herman Limpens in het blad Zoogdier al een oproep om op 9 en 10 mei 2003 in Nederland te gaan zoeken naar de kleine dwergvleermuis (Pipistrellus pygmaeus). De kleine dwergvleermuis is in de ons omringende landen al waargenomen maar in Nederland nog niet. Een aantal vleermuiswerkers hebben al wel gereageerd met mogelijke waarnemingen en waarnemingen uit andere landen. De reacties vind je onderaan deze webpagina. Diverse vleermuisonderzoekers gingen die avonden op pad maar helaas, de nieuwe soort is in Nederland nog niet aangetroffen. Dat wil echter niet zeggen dat de soort hier niet voorkomt. Het lijkt erop dat de soort in ieder geval niet algemeen voorkomt. Omdat het zoeken naar en determineren van de kleine dwergvleermuis met behulp van een batdetector niet altijd even eenvoudig is wil het niet zeggen dat de soort helemaal niet in Nederland voorkomt. Met name in gebieden die grenzen aan gebieden in Duitsland en België waar de soort wel is gevonden is de kans aanwezig dat je de kleine dwergvleermuis daar kunt vinden. De kans lijkt erg groot in het grensgebied van Oost-Groningen. Er zijn aanwijzingen dat de kleine dwergvleermuis in Oost-Groningen voorkomt maar deze waarnemingen konden niet bevestigd worden. Blijf dus allert op de kleine dwergvleermuis! Je kunt daarvoor de uitleg over de zoekactie blijven gebruiken. >> Lees hier de Oproep en de uitleg over de zoekactie naar de kleine dwergvleermuis en het artikel in Zoogdier. >> Op zondag 22 juni 2003 besteedde het Vara radioprogramma Vroege Vogels aandacht aan de kleine dwergvleermuis. Luister hier naar de reportage! (Real Audio). Reacties / Resultaten Reactie: Kleine dwergvleermuizen in Limburg? Datum: 29 mei 2003 & zomer 2002 / Auteur: Alf Keulen Bron: Alf Keulen / Vlen-Nieuwsbrief Op 29 mei 2003 werd een kleine dwergvleermuis waargenomen achter de kerk van Scheulder, tussen 21.15 en 21.30 uur. Er zijn geen opnames gemaakt. Mijn D200 was op dat moment afgestemd op 53.6 kHz, en het geluid was duidelijk nat. We waren een kolonie baardvleermuizen aan het tellen, en ik had de detector hoger afgesteld om minder door de gewone dwergvleermuizen gestoord te worden die ook bij de kerk vlogen. Op 7 mei 2003 is ook gezocht naar de kleine dwergvleermuis, in de omgeving van Nuth, op twee plekken waar vorig jaar waarnemingen gedaan werden (met een D100 detector) die mogelijk toegeschreven zouden kunnen worden aan een kleine dwergvleermuis. De gezochte soort werd helaas niet aangetroffen. (Zie ook VLEN-Nieuwsbrief nr. 41, Jrg 15, 2003-1) Reactie: Kleine dwergvleermuis in Polen... Datum: 1 juni 2003 / Auteur: Martin Tijdgat Bron: Zoogmail De afgelopen week ben ik ook weer een week in Bialowieza en omgeving geweest, met dank aan Kees Margry en Helicon Boxtel. Op maandagavond 12 mei 2003 tussen 20.45 en 22.00 uur heb ik samen met een aantal anderen van het reisgezelschap (geen vleermuisdeskundigen) waarnemingen bij de brug bij de visvijver. Ik verwachte rosse vleermuis, ruige dwergvleermuis, watervleermuis, meervleermuis, laatvlieger en wellicht Noordse vleermuis (door mij daar waargenomen in 1993) en bosvleermuis. De eerste 5 heb ik inderdaad via de detector en met zichtwaarnemingen kunnen waarnemen. Ik hoorde en zag tenminste 4x ook tot mijn verrassing de kleine dwergvleermuis. De frequentie varieerde van 54 tot 62 kHz op de Petterson D230. De dieren jaagden langs de rand van de vijver en de brug op 1 tot 6 m boven oever en water. Op het oog leek de jachtvlucht sterk op die van de ruige dwergvleermuis al waren de vleugels duidelijk smaller en veel scherper aan het uiteinde. Opvallend dat de dieren zonder enige reserve vlak bij ons (0,5 m) en het licht van mijn Maglite joegen.Later in de week heb ik via een onderzoeker van het instituut voor zoogdieronderzoek ter plaatste te horen gekregen dat mijn waarneming klopte. Sterker nog aan de zuidoost kant van de vijver in het gebouw van een oude watermolen bevindt zich een kolonie van ongeveer 38 dieren. Door het slechte weer later in de week heb ik geen andere waarnemingen kunnen doen. Kleine dwergvleermuis in Groenekan (Utrecht)? Datum: 11 mei 2003 / Auteur: Arjan Boonman Een reactie op de oproep om kleine dwergvleermuizen te zoeken in Nederland. Ik heb een sonogram bijgevoegd van een dwergvleermuis die ik in Groenekan (Utrecht) opgenomen heb. De laagste frequentie is 50.7kHz. Zeer hoog voor een gewone dwergvleermuis dus. Volgens Herman Limpens (Vleermuis.net) zal dit waarschijnlijk toch Pipistrellus pipistrellus zijn. Als Pipistrellus pygmaeus toch in Nederland voorkomt blijkens duidelijke 55kHz dieren dan blijft het de vraag of mijn dier inderdaad P.pipistrellus is, zo niet dan houden we het erop dat het hier om een normale P. pipistrellus gaat. Reactie van Herman Limpens: is natuurlijk knap hoog voor een dwerg... maar de variatie die daarin gevonden wordt is echt te groot om hier meteen toch kleine dwerg van te maken... daarnaast zou het mooi zijn om meer pulsen te zien... ik zou zeggen wanneer we een puls op 55 hebben dan kan je aannemen dat het Ppy is... maar een puls in de overlapzone is te tricky... Reactie Arjan Boonman: Ik ben het met Herman eens dat het naar alle waarschijnlijkheid om een gewone dwergvleermuis gaat: P pipistrellus, dat dier bij Utrecht. In Duitsland hebben we veel opnamen gemaakt, niet alleen in Baden Württemberg, maar ook in Berlijn, Bremen enz. en de meeste dieren lijken met hun piek vanaf 44 tot 48kHz te liggen. We hebben hier ook dieren gevonden op 50kHz, wat naar alle waarschijnlijkheid toch gewoon P pipistrellus zijn. We hebben op 55 khz vrijwel geen dieren gehoord. Dieren beneden de 44kHz lijken zeldzamer, maar het komt weleens voor. Ik heb bij de vele opnamen die ik geanalyseerd heb gevonden dat de variatie bij de gewone dwerg NIET veroorzaakt wordt doordat individuen steeds hun piek verschuiven, maar door het feit dat individuele vleermuizen zeer verschillend kunnen zijn. Één individu verschuift zijn piek (zelfs bij zeer korte 3ms en zeer lange 8ms pulsen) maar over een kiloherz of 2, dus werkelijk marginaal. Het vereist zelfs speciale technieken om deze verschuiving überhaupt te meten en dit zul je er dus niet snel uithalen met Batsound. Als leidraad kun je dus zeggen: het individu is konstant, maar de soort vertoont variatie. De data: 22 individuen verschilden significant in piekfrequentie P<0.001 Gemiddeld 46.2kHz SD=2.4kHz (160 pulsen) 1 grondiger onderzocht individu had een piekfrequentie van 44.7kHz en een standaarddeviatie (SD) van slechts 0.9kHz. (30 pulsen) Veel mensen (ook Gareth Jones) denken dat de variatie in piekfrequentie binnen een soort veroorzaakt wordt door verschillen in grootte tussen individuen. Het stembandorgaan is een fractie groter in grote individuen en daardoor vibreert het minder snel (lagere toon) in ontspante toestand (CF component). Ik geloof ook in deze hypothese (nog geen bewijzen), maar vind het wel opvallend dat bij dwergen zulke grote verschillen tussen individuen optreden.